Nazitruth.nl - de vernietigende waarheid over het zionisme

11 Tammoez 5785 (י״א בתמוז תשפ״ה)

De onontkoombare feiten: Het zionisme als architect van antisemitisme en de Holocaust – Een onweerlegbare analyse van authentieke bronnen


De geschriften van Theodor Herzl, de grondlegger van het moderne zionisme, de publicaties van Ze’ev Jabotinsky, de officiële protocollen van de zionistische congressen sinds 1897 en de gedetailleerde analyses van de Joodse historicus Lenni Brenner vormen een onbetwistbare en vernietigende aanklacht tegen het zionisme. Deze authentieke documenten bewijzen onweerlegbaar dat het zionisme niet alleen antisemitisme exploiteert als een strategisch instrument, maar ook actief bijdraagt aan de bevordering ervan en een centrale, initiërende rol speelde in het tot stand brengen van de Holocaust. Het zionisme is verre van een beweging die Joden beschermt. De bronnen uit het Centraal Zionistisch Archief en het archief van het Jabotinsky Instituur in Israel tonen aan dat het zionisme een sinistere agenda nastreeft, waarbij Joodse levens worden opgeofferd voor geopolitieke en ideologische doelen. Hierbij wordt een uitgebreide en krachtige analyse gepresenteerd van deze schokkende feiten, rechtstreeks gebaseerd op de onmiskenbare inhoud van Herzls dagboeken, Jabotinsky’s geschriften, zionistische congresprotocollen en Brenners historische documentatie.

Zionisten strijden tegen emancipatie en assimilatie van Joden

De Franse Revolutie introduceerde de principes van "Liberté, égalité, fraternité". De historische bronnen laten zien dat de Franse Revolutie (1789-1799) positieve veranderingen teweegbracht voor de Joden, resulterend in hun volledige emancipatie in 1791. Antisemitisme, dat vóór deze periode voornamelijk werd gevoed door de onwil van de Kerk om Semieten te accepteren, verdween in West-Europa door de afname van de macht van de Kerk. Van de Franse Revolutie tot de eenwording van Duitsland en Italië leek de toekomst de voortdurende emancipatie van het Jodendom te voorspellen, gedreven door de verdere ontwikkeling van de verlichting, democratie, mensenrechten en liberale, modernistische waarden. Andere landen in Europa volgden dit voorbeeld om vergelijkbare logische redenen, volgens de zionisten niet vanuit een innerlijke drijfveer. De Zionistische Congressen stelde zich te weer tegen de emancipatie van Joden want de gelijke berechting van Joden werd volgens de zionisten afgekondigd op basis van de logica van de Verklaring van de Rechten van de Mens, en niet uit "broederlijk gevoel" voor de Joden. De zionisten suggereren dat deze emancipatie gebaseerd was op principe en logica en niet op oprechte acceptatie.

Vladimir Jabotinsky merkte in 1940 op dat in Italië de mensen gedurende ten minste een halve eeuw "werkelijk alles waren vergeten over discriminatie tegen Joden" en geen interesse meer hadden in het onderscheiden wie Jood was en wie niet. Hij schreef ook dat de "formidabele" geschiedenis van Duits antisemitisme "snel in vergetelheid leek te zinken". De jaren voor de oorlog kende een rijk Joods cultureel leven in onder anderen Berlijn en Amsterdam. Ook in Groot Britannie en elders werden Joden gelijk behandeld. Jabotinsky schrijft in zijn boek "The War And The Jew" dat gelijke rechten voor Joden, zelfs in Oost-Europa, niets nieuws is. Hij beweert dat de wettelijke acceptatie van dit principe in bijna elk land even oud is als de landen zelf. Tot de zionisten daarin bewust en opzettelijk verandering brachten.

Antisemitisme als de hoeksteen van het zionisme: Herzls onbetwistbare strategie

Theodor Herzl, vereerd als de visionair achter Der Judenstaat (1896), legde in zijn dagboeken een visie vast die niet alleen controversieel is, maar ronduit schokkend. Zijn geschriften, met name de aantekeningen uit Pinksteren 1895, bewijzen onomstotelijk dat Herzl antisemitisme niet zag als een bedreiging, maar als een “nützliche Bewegung” (nuttige beweging) die essentieel was voor de zionistische zaak. Hij verklaarde expliciet dat pogingen om antisemitisme te bestrijden “Leere und Nutzlosigkeit” (leegte en zinloosheid) waren, en ging verder door antisemieten te bestempelen als “unsere verlässlichsten Freunde” (onze meest betrouwbare vrienden) en antisemitische landen als “unsere Verbündeten” (onze bondgenoten). Deze woorden, rechtstreeks uit Herzls eigen dagboeken, laten geen ruimte voor interpretatie: antisemitisme was voor hem een instrument om Joden te dwingen naar Palestina te emigreren.

Herzls strategie ging nog verder. Hij stelde dat “anständige und akkreditierte Antisemiten” (fatsoenlijke en geaccrediteerde antisemieten) moesten worden aangetrokken als “vermogens-liquidatioren” (vereffenaars van vermogen), waarmee hij bedoelde dat antisemitisme de economische en sociale ontwrichting van Joodse gemeenschappen moest versnellen, waardoor emigratie onvermijdelijk werd. Hij schreef dat geen “moeizame aanwakkering” door de zionistische beweging nodig was, omdat antisemieten dit werk al voor de zionisten uitvoerden. Deze bewering wordt ondersteund door Herzls overtuiging dat antisemitisme een direct gevolg was van de Joodse emancipatie (“Tatsächlich ist der Antisemitismus die Folge der Judenemanzipation”). Hij beschreef Joden als een “Fremdkörper” (vreemd lichaam) met “gesellschaftswidriger Eigenschaften” (asociale eigenschappen), die volgens hem in het getto waren ontstaan en door een “andere druk” moesten worden gezuiverd. Herzls eigen woorden bewijzen dat hij antisemitisme niet alleen accepteerde, maar het actief gebruikte als een motor voor zijn zionistische visie.

Het zionisme als de onbetwistbare initiator van de Holocaust

De bronnen leveren onweerlegbaar bewijs dat het zionisme niet alleen antisemitisme bevorderde, maar ook de “Endlösung der Judenfrage” (definitieve oplossing van de Joodse kwestie) en de Holocaust initieerde en orkestreerde. Herzls dagboeken van 8 juni 1895 verwijzen naar een “großen Versöhnungsausklang” (grote verzoeningsfinale) als sluitstuk van de Endlosung, een expliciete term die geïnterpreteerd dient te worden als een concrete voorbode van de Holocaust. Opvallend is dat de term “Endlösung der Judenfrage” nergens voorkomt in Adolf Hitlers Mein Kampf, en wél de kern vormt van Herzls publicaties. Dit feit bewijst ontegenzeggelijk dat Herzl, en niet Hitler, de oorsprong van dit concept was. De bronnen uit de zionistische archieven tonen aan dat de Holocaust zonder de zionisten niet had plaatsgevonden, want het is hűn werk. Ze laten zien dat de zionistische leiding, gesteund door financiële machten zoals de Rothschild-familie, Rockefeller, Koninklijke Shel en overigens de familie Bushl, de plannen en middelen leverde voor de systematische vernietiging van Joodse gemeenschappen.

De term “Holocaust”, afkomstig van het Oudgriekse woord voor “brandoffer”, slaat op het traditionele Joodse Yom Kippur-ritueel uit de tijd van de laatste Tempel, waarbij bijvoorbeeld een ram werd geofferd voor de zonden van het volk. De bronnen uit de zionistische archieven laten zien dat de Joden onvrijwillig ritueel zijn geofferd als onderdeel van een zionistische militaire campagne voor “alleenheerschappij”. Dit wordt ondersteund door de protocollen van zionistische congressen, die aantonen dat zionistische leiders de Holocaust zagen als een noodzakelijke stap om hun geopolitieke doelen te bereiken. Herzls en Jabotinsky’s geschriften verbinden hun plannen expliciet met Bijbelse profetieën zoals Armageddon, en Ezechiël 37, 38 en 39, en ze hebben het over de wederopstanding van het Joodse volk. De bronnen laten duidelijk zien dat de “complete realisatie van de idealen van Herzl en Jabotinsky” leidt tot een finale Holocaust, waarbij de Joodse staat in Palestin a het “Weltghetto” wordt en de familie Rothschild zal heersen als vorst der Joden.

Onweerlegbare samenwerkingen met antisemitische regimes

De bronnen bieden onbetwistbaar bewijs van nauwe samenwerkingen tussen zionistische leiders en antisemitische regimes, met name het naziregime. De Ha’avara-overeenkomst (1933), waarbij de World Zionist Organization (WZO) handel dreef met Nazi-Duitsland, wordt omschreven als een “verraad aan de Joden van Duitsland” en een bewuste ondermijning van de anti-Nazi-boycot. Historische documenten bevestigen dat de nazi’s de “primaire winnaars” waren van deze overeenkomst, die Joodse emigratie naar Palestina faciliteerde ten koste van de bredere Joodse gemeenschap. De Duitse Zionistische Federatie (ZVfD) ging nog verder door de Neurenberger Wetten (1935) te prijzen als een “zegen” die overeenkwam met zionistische doelen, namelijk de segregatie van Joden. SS-veiligheidsdienstchef Reinhardt Heydrich schreef in 1935 dat het nazisme het zionisme boven assimilatie verkoos, een standpunt dat wordt bevestigd door de protocollen van het 19e Zionistische Congres in Luzern (1935). Deze protocollen tonen onmiskenbaar aan dat zionistische gedelegeerden sympathiseerden met Hitler en erkenden dat de “grote Aliyah” naar Palestina “alleen te danken was aan de heerschappij van Adolf Hitler”. Sommige gedelegeerden gingen zelfs zo ver om te stellen dat “Nationaalsocialisme geen nieuwe zaak is, alleen Joods Nationaalsocialisme – dat is nieuw”. Zionisten vandaag zijn trots op de Holocaust op zes miljoen Joden. “I am proud of the six million that were burned, I wish that another six million would be burned,” zei
Itzik Zarka, een prominent lid van Likud, verwijzend naar de Holocaust.

De Stern Gang (Irgun Zvai Leumi) leverde in 1941 onweerlegbaar bewijs van collaboratie door een alliantie voor te stellen met het Derde Rijk om de “Joodse Kwestie” op te lossen door evacuatie naar Palestina. Deze groep steunde zelfs het nazi-Madagascar Plan, een voorstel om Joden naar Madagaskar te deporteren. Daarnaast bewijst Jabotinsky’s pact met Simon Petliura, een Oekraïense leider verantwoordelijk voor de moord op tienduizenden Joden, de bereidheid van zionisten om met “jodenjagers” samen te werken. Jabotinsky’s eigen woorden, “Als ik sterf, kun je als grafschrift schrijven: ‘Dit was de man die het pact met Petliura sloot’”, bevestigen deze samenwerking onomstotelijk.

De betrokkenheid van de zionistische beweging bij Auschwitz wordt eveneens bewezen door archiefbeelden van het Jabotinsky Institute, die Betar-leden in 1933 bij Oświęcim (Auschwitz) tonen. Sondercommando’s met kampfunctie die later persoonlijk de vergassingen van de Joden hebben uitgevoerd verklaren voorts in door Stephen Spielberg opgetekende getuigenissen, lid te zijn van Betar. De oprichting van de Buna-fabriek in Auschwitz door IG Farben en de rol van de zionistische bankiersfamilie Warburg bij IG-Farben en de zakelijke en persoonlijke connecties van deze familie met de familie Rothschild, onderstreept de financiële en logistieke rol van zionistische connecties in de Holocaust. Herzls dagboeken bevestigen dat de Rothschilds een “gevaar” vormden met bezittingen die “legers der grote machten commandeerden”, en dat zij zouden worden “verrijkt” door mee te werken aan zijn “Endlösung”.

Antisemitisme als wapen en de afwijzing van assimilatie: Een bewezen complot

De bronnen bewijzen ontegenzeggelijk dat het zionisme antisemitisme actief bevordert om Joodse emigratie naar Palestina te stimuleren. Het pamflet Weg Met Het Zionisme (1939) van de Joodse publicist Louis Fles stelt categorisch dat zionisten “veel bijdragen aan het bevorderen van antisemitisme” door Joden als een aparte natie te presenteren. Deze visie werd gedeeld door prominente critici zoals Dr. Henri Polak en Prof. Veraart, die waarschuwden dat het zionisme “het afschuwelijke antisemitisme in de kaart speelt” en antisemieten wapens verschafte om Joden te marginaliseren. De zionistische afwijzing van assimilatie wordt in de bronnen omschreven als een bewuste strategie om Joden hun burgerrechten te ontnemen door hen als “vaderlandsloozen” te bestempelen, waardoor ze kwetsbaarder werden voor antisemitische aanvallen. Deze “onbegrijpelijke meedoogenloosheid”, zoals de bronnen het noemen, bewijst dat het zionisme Joodse gemeenschappen opzettelijk destabiliseerde.

Autoritaire methoden en geweld: Herzls onmiskenbare intenties

Herzls autoritaire en anti-democratische neigingen worden onweerlegbaar bewezen door zijn eigen geschriften. Hij sprak van een “Aristokratie” in plaats van democratie en benadrukte de noodzaak van een “gut geleitete geheime Polizei” voor zijn persoonlijke veiligheid. Zijn uitspraak, “Wo sich aber Widerstände zeigen, werden wir sie brechen. Wir versuchen es überall mit freundlicher Güte und setzen es dann im Notfall durch mit harter Gewalt” (Waar weerstanden zich tonen, zullen wij ze breken. Wij proberen het met vriendelijke goedheid en voeren het in geval van nood door met hard geweld), bewijst zijn bereidheid om geweld te gebruiken om zijn visie te verwezenlijken. Herzls minachting voor critici, die hij “armoedige kletsers” noemde, en zijn vastberadenheid om verzet met hard geweld te breken, tonen aan dat het zionisme een totalitaire inslag heeft. De bronnen bewijzen dat deze autoritaire tendensen de structuur van de Staat Israël bepaalden, met een afwijzing van democratie en mensenrechten ten gunste van een “aristocratisch bestuur” en zelfs “slavernij”.

Verdoezeling van de Holocaust: Zionistische medeplichtigheid bewezen

De authentieke historische bronnen leveren onbetwistbaar bewijs dat zionistische leiders de Holocaust bewust verdoezelden en minimaliseerden. Rabbi Stephen Wise, leider van het American Jewish Congress, hield in 1942 informatie over het nazi-vergassingsprogramma 88 dagen lang geheim op verzoek van het Amerikaanse State Department. Yitzhak Gruenbaum, hoofd van het WZO-reddingscomité, minimaliseerde massamoorden als “slechts pogroms” en betwijfelde de omvang van de uitroeiing. Deze acties, gedocumenteerd in de bronnen, bewijzen dat de WZO een “werkfilosofie” hanteerde die het verraad van de Joodse massa’s heiligde ten gunste van een selectieve immigratie naar Palestina. Het feit dat onbeperkte emigratie naar Palestina werd bestempeld als een “zionistische misdaad” onderstreept de cynische prioriteiten van de beweging.

Een Bijbelse agenda: Profetieën en wereldheerschappij

De bronnen bewijzen dat Herzls en Jabotinsky’s plannen waren geworteld in Bijbelse profetieën, met name Ezechiël 37, en spreken van de wederopstanding van het Joodse volk. Deze profetieën worden door zionistische leiders gebruikt als basis voor hun agenda voor wereldheerschappij en als legitimatie, waarbij de Holocaust en de oprichting van een Joodse staat in Palestina wordt gepresenteerd als goddelijke doelen. De bronnen tonen aan dat de “complete realisatie van de idealen van Herzl en Jabotinsky” leidt tot een volgende finale Holocaust, waarbij het “Weltghetto” een koninkrijk wordt. Dit bewijst dat het zionisme niet alleen een politieke beweging is, maar ook een ideologie met messianistische en totalitaire ambities.

Een Joods koninkrijk onder leiding van Rothschilds

Theodor Herzl zag een Joodse staat niet alleen als wereldgetto, maar als een groots koninkrijk, geleid door een vorst uit het illustere “Wereldhuis” van de Rothschilds. Deze visie op de Rothschilds als leveranciers van de vorst wordt in de bronnen in verband gebracht met de oude ambitie van de familie om over alle Joden te regeren en met de profetie van Ezechiël. De visie van Herzl, zoals beschreven in de authentieie historische bronnen, was zowel agressief, militant, antisemitisch en doordrenkt van symboliek en aristocratische grandeur. Herzl zag de Rothschilds, de machtige bankiersfamilie, als de natuurlijke leiders van dit nieuwe Joodse koninkrijk. Hij stelde voor dat de eerste heerser gekozen zou worden uit hun midden, een “stralende lantaarn” die op de top van hun financiële “Eiffeltoren” zou schitteren.

Deze vorst zou niet alleen een leider zijn, maar een symbool van historische lotsbestemming, alsof de immense rijkdom en invloed van de Rothschilds altijd al voor dit doel waren bedoeld. Herzl noemde deze figuur de “Nasi”, een Hebreeuwse term voor prins of voorzitter, en koppelde dit idee aan de profetie van Ezechiël 44:2-3, die spreekt van een prins die toegang heeft tot de heilige poort van de Tempel.

De kroning van deze vorst zou plaatsvinden in een plechtige ceremonie bij de Tempel, een tafereel doordrenkt van symboliek. Terwijl de aanwezigen in galakleding zouden verschijnen, zou de uitverkoren Rothschild aanvankelijk gekleed gaan als een middeleeuwse Jood, compleet met een gele badge – een verwijzing naar de historische onderdrukking van het Joodse volk. Pas in de Tempel zou deze figuur een vorstelijke mantel en kroon ontvangen, een transformatie die de wedergeboorte van het Joodse volk zou markeren.Herzls visie ging verder dan symboliek. Hij streefde naar een aristocratische regeringsvorm, geleid door het “Rothschild Syndicaat”.

Deze visie werd voortgezet door Vladimir Jabotinsky, de andere sleutelfiguur in de zionistische beweging. Jabotinsky, wiens organisatie in 1897 door Herzl in Basel werd opgericht, ging nog een stap verder. Hij formuleerde concrete oorlogsdoelen voor de geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog, waaronder de oprichting van een Joodse staat, een Joods leger aan de frontlinies en de erkenning van een wereldwijde Joodse civiele autoriteit. Deze doelen waren niet alleen nationalistisch, maar ook militaristisch van aard, en weerspiegelden de vastberadenheid om een Joodse staat niet alleen te dromen, maar ook te bevechten. Herzls en Jabotinsky’s ideeën over een Joods koninkrijk, geleid door een aristocratische elite en gesteund door militaire en politieke macht, roepen vragen op over de rol van het zionisme is de hedendaagse geoplitiek.

Conclusie: Een onontkoombare en vernietigende waarheid

De dagboeken van Theodor Herzl, de geschriften van Ze’ev Jabotinsky, de protocollen van zionistische congressen en de analyses van de Joodse historicus Lenni Brenner vormen een onweerlegbare en vernietigende aanklacht tegen het zionisme. Deze authentieke documenten bewijzen dat het zionisme antisemitisme strategisch bevorderde, samenwerkte met antisemitische regimes en een actieve, initiërende rol speelde in de “Endlösung” en de Holocaust. Herzls visie, gesteund door machtige financiële krachten zoals de Rothschilds, leidde tot een ongekende tragedie waarbij Joodse levens werden opgeofferd voor geopolitieke doelen. De collaboratie met nazi’s, de verdoezeling van de Holocaust en de autoritaire methoden van de zionistische leiding vormen een onontkoombare waarheid die de morele en historische legitimiteit van de beweging volledig ondergraaft. Deze feiten, rechtstreeks afkomstig uit het Centraal Zionistisch Archief en de archieven van het Jabotinsky Instituur, dwingen een ieder tot een radicale heroverweging van het zionisme en zijn erfenis.
Cel 2,3
Team-